VLISSINGEN – De tweede partij van de gemeente Vlissingen zit de komende vier jaar in de oppositie. De Partij Souburg Ritthem (PSR) wilde ‘de eigen identiteit’ bewaren, wilde daarom ‘geen wethouder van de LPV’ en kwam vervolgens met een voor die laatste partij ‘onacceptabele kandidaat’ aan. Het was het einde van de onderhandelingen tussen de LPV en PSR.
Informateur Mark Weug en zijn LPV maakten er na de verkiezingen geen geheim van dat ze graag een coalitie wilden vormen met de Partij Souburg Ritthem (PSR), maar al snel kwamen ze erachter dat die combinatie niet tot de mogelijkheden behoorde. De PSR had geen eigen kandidaat voor het wethouderschap klaarstaan. “Toen we dat te horen kregen, hebben we voorgesteld dat een wethouder van de LPV namens de PSR in het college zitting zou nemen”, haalt Weug het begin van de besprekingen in herinnering. De informateur had goede hoop dat de twee eruit zouden komen, omdat de twee partijen een lijstverbinding aan waren gegaan en hadden afgesproken na de verkiezingen met elkaar op te trekken.
“Maar wij wilden er toch voor waken de eigen identiteit te bewaren”, legt Lambert Prevoo de weigering uit om met een LPV-wethouder aan de coalitie deel te nemen. Weug gaf de PSR een paar dagen tijd om met een eigen kandidaat op de proppen te komen. Omdat van het eigen lijstje niemand beschikbaar was, droeg de dorpenpartij vervolgens Frans Prins voor. “Voor ons was stabiliteit erg belangrijk. De afgelopen twee jaar hebben aangetoond dat er een erg stabiel college zat. Vandaar onze keuze voor Prins.”
Weug en zijn medeonderhandelaars zagen een tweede wethouder van de verliezer PvdA in het nieuwe college echter niet zitten. “Ik ben het met Lambert Prevoo eens dat het een goed college is geweest, die veel voor elkaar heeft gekregen en in gang heeft gezet, maar je moet wel recht doen aan de verkiezingsuitslag. Op deze manier zou dat niet het geval zijn.”
Scenario
De PSR volhardde in Prins als kandidaat en de besprekingen liepen stuk. De LPV stapte over op het al gemaakte ‘wat als-scenario.’ Prevoo legde zich daarbij neer. “We zullen ons in de oppositie sterk blijven maken voor de belangen van de dorpen en hebben er geen behoefte aan de verhoudingen te verstoren”, zegt hij. “Dat de coalitie hoopt op brede steun in de raad is voor ons geruststellend. Dat betekent dat ze niet een eigen koers kunnen varen.”
De PSR gaat nu op zoek naar geschikte wethouderskandidaten om over vier jaar niet weer tegen hetzelfde probleem op te lopen. Weug vindt het jammer dat de dorpelingen daar niet eerder aan hebben gedacht. “Als LPV voelden we dat we zouden groeien en hebben ervoor gezorgd dat we genoeg wethouderskandidaten klaar hadden staan. De PSR heeft in de besprekingen nog een kans gehad, maar gekozen voor de eigen identiteit. Of ze daar goed aan hebben gedaan, zal moeten blijken.”
Druppel
De vorming van een coalitie met de PvdA (‘weliswaar gehalveerd, maar nog altijd de derde partij’), de VVD en het CDA verliep soepel. De LPV koos voor de laatste twee, omdat hun programma’s dichter bij de LPV liggen dan die van GroenLinks en D66. “De laatste partij wilde bovendien vasthouden aan drie wethouders. Dat vonden wij, gezien de problemen die op ons afkomen, niet verantwoord. Qua besparingen is het bovendien een druppel op een gloeiende plaat.”
Bron: Vlissingse bode 24-3-2010 – door Eugène de Kok