Aan Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Vlissingen
Oost Souburg, 6 april 2010.
Schriftelijke vragen o.g.v. R.v.O. artikel 41. (beantwoord 23 april 2010)
Betreft: Statement Admiraal de Ruyter Ziekenhuis n.a.v. gesprek wethouders.
De Partij Souburg Ritthem heeft kennis genomen van het bericht over het Statement zoals verzonden is op 1 april j.l.
Onderwerp van het gesprek was volgens het statement: de stand van zaken rondom de ontwikkeling van het ziekenhuis. Als er gesproken wordt over de stand van zaken en de ontwikkelingen dan wordt de verwachting gewekt dat het over de inhoud van de plannen gaat. Dus over onderwerpen als:
- wat ligt er nu aan plan(nen); hoe hard zijn ze en in hoeverre haalbaar?
- welke functies komen er; op welke plaatsen komen die functies; van welk inhoudelijk kwaliteitsniveau zijn die functies?
- wat is de tijdsplanning; hoe gefaseerd gaat een en ander verlopen?
- de financiële paragraaf: welk bedrag is er met de investeringen en desinvesteringen (w.o. afstoten van grond, gebouwen, installaties en inventaris) gemoeid; hoe gaan de jaarlijkse exploitatielasten eruit zien en welke budgetten/inkomsten worden er geraamd, zowel tijdens de transitieperiode als na de beoogde realisering van de plannen; gaan de exploitatiekosten omlaag of omhoog; zijn er financiers voor de investeringen te vinden en zo ja op basis van welke businessplannen hebben die hun eventuele toezegging(en) gebaseerd?
- wat betekent het voor de werkgelegenheid/het aantal formatieplaatsen per locatie; komt er meer of minder werkgelegenheid/personeel en hoe zit het met een sociaal plan; (inhoudelijk en wat betreft kosten niet alleen afvloeiingskosten, maar ook her- of omscholing omdat een en ander met een omvangrijke reorganisatie gepaard zal gaan)?
- hoe ziet het communicatieplan eruit tijdens de uitvoering van de plannen?
- zijn de plannen door onafhankelijke, terzake kundige instanties en/of personen getoetst op realiteitswaarde en haalbaarheid?
- beschikt de ziekenhuisorganisatie over voldoende toezichthoudende, bestuurlijke en operationele know how om dit proces tot een goed einde te brengen?
- enz., enz..
Uit het genomen besluit moet echter worden afgeleid dat het alleen over de toekomstige procedure is gegaan.
Bovendien moeten vraagtekens geplaatst worden bij datgene waartoe besloten is: de vorming van een projectstructuur middels een werkgroep (??????) op initiatief van het ADRZ waaraan vanuit beide gemeenten ambtelijk en bestuurlijk invulling wordt gegeven.
We hebben daarbij de volgende vragen:
1. Wat is de rol, verantwoordelijkheid en de opdracht van die werkgroep?
We zijn van mening dat de gemeenten hierbij in een valkuil stappen. Het project is een verantwoordelijkheid van het ziekenhuisbestuur. De gemeenten hebben een wakende en toetsende rol voor wat betreft de beschikbaarheid en bereikbaarheid van adequate medisch specialistische voorzieningen t.b.v. de in hun gemeenten wonende burgers. Dat is heel iets anders dan het oprichten, instandhouden en exploiteren van die voorzieningen. Het betekent zelfs dat je als gemeentebestuur je kerntaak (het toetsen en bewaken van het belang van je burgers) niet goed en geloofwaardig kunt waarmaken wanneer je als gemeente inhoudelijk gaat participeren (en dus ook belanghebbende en partij wordt en dus ook impliciet of expliciet medeverantwoordelijk) in het project. Verder zijn er in het verloop van het project van fusie/functie(her)verdeling/bouw nog belangentegenstellingen tussen partijen te voorzien op het moment dat het aankomt op:
- het aankopen van grond en het aanleggen van een infrastructuur, het verkrijgen van bouwvergunningen op de beoogde nieuwbouwlocatie in Middelburg;
- en straks in Vlissingen de bestemming en afstoting door het ziekenhuis van de grond en gebouwen (zie de ervaringen met Britannia).
Kort samengevat: een wijs gemeentebestuur houdt de handen vrij, vervult geen inhoudelijke, maar hoogstens naast de bewakende en toetsende rol een voorwaardenscheppende rol, ter voorkoming van rol- en verantwoordelijkheids- of bevoegdheidsconflicten.
Een niet onbelangrijk aspect is bovendien de gerede twijfel over de beschikbaarheid van voldoende expertise in kwalitatief en kwantitatief opzicht binnen het bestuurlijk en ambtelijk apparaat van de gemeente om überhaupt al een inhoudelijke rol van betekenis te kunnen spelen.
Antwoord:
Er is op dit moment geen werkgroep. Wij wachten de reactie af van de Raad van Bestuur naar aanleiding van ons gesprek. Op grond van deze reactie (brief) zal ons college met een standpunt komen met inachtneming van onze maatschappelijke verantwoordelijkheid terzake. Over dit standpunt zal ons college in overleg treden met uw raad.
2. De PSR heeft eerder vragen aan het College van B en W gesteld over de wijze waarop de ziekenhuisorganisatie invulling geeft aan de plicht tot tijdige en pro-actieve informatieverstrekking aan en/of raadpleging van de gemeenten in het verzorgingsgebied, zoals geregeld in artikel 2.2.2. van de Zorgbrede Governancecode. Dit beleid (informatieverstrekking en raadpleging) vormt de kapstok waaraan het ziekenhuis als maatschappelijke onderneming enerzijds en het gemeentebestuur als behartiger van het publieke belang anderzijds hun respectievelijke rollen, weliswaar in dialoog maar overigens onafhankelijk van elkaar, behoren in te vullen. De vorming van een projectstructuur, middels een werkgroep, onder initiatief van de ziekenhuisorganisatie leent zich hier niet voor op grond van de hiervoor onder 1 genoemde overwegingen.
Neemt de gemeente Vlissingen deel aan deze werkgroep ?
Antwoord:
Zie 1.
3. Volgens de Governancecode hoort overigens ook het gemeentebestuur van Veere op gelijke wijze als de besturen van Middelburg en Vlissingen bij de informatieverstrekking en raadpleging betrokken te worden.
Wordt ook de gemeente Veere betrokken bij de informatieverstrekking en raadpleging ?
Antwoord:
De gemeente Veere beschikt – voor zover wij dat kunnen beoordelen – over dezelfde informatie.
4. Wat is dan het alternatief voor de gemeenten om een adequate toetsende rol te spelen. Naar onze mening door zelf als gemeenten onafhankelijke instanties in te schakelen of te eisen dat het ziekenhuis dit doet, zoals:
- voor de beoordeling van de plannen m.b.t. sturing van het bouwproces, bepaling van grondkosten, bouwkosten, overige investeringskosten, exploitatielasten, kapitaallasten, de bouwtechniek en functionaliteit van de nieuwbouw: het Centrum Zorg en Bouw of een derde (onafhankelijke)partij met een soortgelijke expertise als het Centrum;
- voor de beoordeling van de kwaliteit van zorg en invulling en spreiding van de medisch-specialistische functies de Inspectie voor de Gezondheidszorg of een in overleg met de IGZ te bepalen derde.
Is de gemeente van plan onafhankelijke instanties in te schakelen of te eisen dat het ziekenhuis dit doet?
Antwoord:
Voor zover dat nodig is zullen wij dat te zijner tijd beoordelen.
5. Zolang er geen zekerheid bestaat over de uitvoerbaarheid van de plannen zou de afspraak gemaakt moeten worden dat overheveling van functies naar een andere locatie niet (meer) plaats vindt.
Wil de gemeente Vlissingen deze vraag overbrengen naar de Raad van Toezicht cq de Raad van Bestuur van het ziekenhuis ?
Antwoord:
Hiervoor verwijzen wij u naar de door uw raad aangenomen motie.
In afwachting van uw antwoord, verblijven wij,
Met vriendelijke groet,
Lou Waterman