Archief voor april 2015

Op 31 maart 2015 strandde omstreeks 05.00 uur het containerschip Sea Land Meteor voor de groene Boulevard van Vlissingen. De Partij Souburg Ritthem (PSR) maakte zich eerder al zorgen over de veiligheid op de Westerschelde, vooral na de stranding in oktober 2014 van het M.S. Stavfjord en is van mening dat het aantal en soort incidenten op de Westerschelde nader onderzoek vergt.

De PSR heeft de volgende vragen (antwoorden college staan cursief):

1. Is het college het met de PSR eens dat het aantal en soort incidenten op de Westerschelde zorgwekkend is en dat zodra de oorzaak van het stranden van het MS Sea Land Meteor bekend is dit aan de raad medegedeeld moet worden?
   Het college is het met de PSR eens dat het streven moet zijn om elk incident op de Westerschelde te voorkomen. In dat opzicht is elk incident op de Westerschelde er een te veel. De vraag of het aantal en soort incidenten op de Westerschelde zorgwekkend is, is gelet op de specifieke situatie op de Westerschelde een moeilijk te beantwoorden vraag. Zoals in de Maritieme Nota gemeente Vlissingen 2013-2016 is te lezen behoren het Engelse Kanaal, de Noordzee en de Westerschelde met meer dan 260.000 scheepsbewegingen per jaar tot de drukst bevaren gebieden ter wereld. Ongeveer 50.000 van dit aantal scheepsbewegingen heeft jaarlijks de Wester- schelde, aangrenzende havens en transportroutes als bestemming, of is daarvan afkomstig. Met deze aantallen is het niet realistisch om te kunnen garanderen dat scheepvaartincidenten op de Westerschelde zich niet kunnen voordoen. Gelet hierop is door de VRZ, met RWS als meest belangrijke partner, in samenwerking met alle hulpdiensten geïnvesteerd in de organisatie van de incidentbestrijding op de Westerschelde. Incidenten op de Westerschelde worden, indien Gecoördineerde inzet van de hulpdiensten noodzakelijk is (GRIP), standaard ingeschaald op GRIP 2. De oorzaak van het incident wordt nog onderzocht door Rijkswaterstaat. Alle incidenten worden voorgelegd aan de commissie Nautische Veiligheid binnen RWS ten behoeve van onderzoek naar de oorzaak en voor eventuele leerpunten voor de toekomst. Het vermoeden bestaat dat het vastlopen van het schip is veroorzaakt door de zeer harde wind.

2. Wil het college de directe van het Schelde Coördinatiecentrum vragen of het aantal recente incidenten op de Westerschelde ( denk hierbij ook aan de styreenlekkage op het schip Almira, na aanvaring) verband houdt met het vermeende personeelsgebrek bij het Schelde Coördinatie Centrum?Gelet op het antwoord op de vorige vraag bestaat er op dit moment geen aanleiding om te veronderstellen dat de recente incidenten zijn ingegeven door personeelsgebrek bij het Schelde Coördinatie Centrum. Wel is er zowel ambtelijk als bestuurlijk regelmatig contact is met RWS. In dit verband wijs ik u ook op het door mij aangekondigde raadsbezoek op 29 mei 2015 aan het Schelde Coördinatiecentrum. Bij dit bezoek kunt u zich een beeld vormen over de organisatie achter de coördinatie en begeleiding van de genoemde scheepvaartbewegingen over de Westerschelde.

3. Wordt het incident met het M.S. Sea Land Meteor multidisciplinair geëvalueerd en zo ja, kan de raad kennisnemen en op de hoogte gehouden worden van deze evaluatie?
   Door de Veiligheidsregio worden multidisciplinaire evaluatierapportages gemaakt van GRIP incidenten om het lerend vermogen van de organisatie te verbeteren bij het operationele optreden. De rapportages worden opgesteld voor intern gebruik en zijn overwegend technisch van aard. Eveneens bevatten deze rapportages informatie over de betrokken medewerkers. Gelet hierop ligt het niet in de rede om deze rapportages te delen met derden.