In februari vond de 2e presentatie Cultuur van de gemeente Vlissingen plaats. Tijdens deze presentatie kwam o.a. de amateurkunst aan de orde.
Voor aanvang van de vergadering verzorgde een saxofoonkwartet, bestaande uit leden van Vlijt en Volharding Oost-Souburg en Ons Genoegen Vlissingen, afwisselend met tamboers van Ons Genoegen een optreden om het belang van de amateurkunst kracht bij te zetten. In de pauze werd er een optreden verzorgd door een muzikante van Vlijt en volharding op marimba.
Na deze pauze werd er door een vertegenwoordiger van de muziekverenigingen, Ons Genoegen, Vlijt en Volharding en Onda Ritthem een presentatie gegeven over de voorgenomen subsidiemaatregelen voor de amateurverenigingen.
Er is begrip voor de financiële problemen van de gemeente en zij beseffen terdege dat bij de maatregelen tot herstel van de financiële positie alle aspecten kritisch moeten worden beoordeeld. Men heeft er echter geen begrip voor dat wordt voorgesteld zodanige maatregelen te nemen dat het “offer” dat zij moeten brengen neerkomt op 100%. Dat is voor een aantal verenigingen meer dan 25% van de cashflow.
De subsidies zijn niet zomaar een gift aan een groepje burgers dat toevallig muziek beoefent. Het is een belangrijke en onmisbare tegemoetkoming in de kosten die de verenigingen maken voor een heel scala aan maatschappelijke activiteiten als onderdeel van een belangrijke sociale factor.
Een gemeente zonder cultuur is ondenkbaar en van alle cultuur vormen de muziekverenigingen een belangrijk onderdeel, gemiddeld gedurende al meer dan 100 jaar!
In heel de gemeente Vlissingen staan enkele honderden individuele muzikanten garant voor veel muzikale activiteiten, waarop door inwoners, bedrijven, andere verengingen en ook de gemeente zelf, vaak een beroep wordt gedaan.
Een 100% verlaging voelen de verenigingen dan ook als een gebrek aan waardering voor alle inspanningen en prestaties, niet voor niets werd er in het verleden gesproken over waarderingssubsidie.
Bovenstaand is maar een gedeelte uit de presentatie maar de boodschap door de verenigingen naar de gemeente toe is meer dan duidelijk.
Ook de PSR vind dat met name de kleinere verenigingen toch enigszins ontzien moeten worden. Echter het moge duidelijk zijn dat de gemeente Vlissingen voor een zware financiële taakstelling staat. Er zal dan ergens anders geld in de begroting gevonden dienen te worden wanneer men deze verengingen tegemoet wil komen.
In ieder geval is het zeker de moeite waard om deze verengingen te steunen en er alles aan te doen om deze voor de gemeenschap te behouden.
Ger Blom