Onderstaande vragen zijn door de PSR beantwoordt en ziet u wellicht terug in een werkstuk van het Scheldemondcollege. Het zijn vragen over leegstaande winkelpanden. Een probleem wat niet alleen in Vlissingen speelt maar ook in Zeeland en Nederland.
Algemeen
In Nederland is een overaanbod van winkels in de detailhandel. Gemiddeld ruim 10% van de winkelvloeroppervlakte staat leeg in 2016. Dit percentage stijgt sinds 2008. In onze gemeente staan, peil 2016, 35 winkelpanden leeg. In onze stad steeg de leegstand in percentage winkelvloeroppervlakte van 7,5% in 2004 naar 15,67% in 2016. Meer dan een verdubbeling. De ernst van het probleem is zo direct duidelijk. Om de lege indruk tegen te gaan wordt de leegstand gemaskeerd door tijdelijke winkels of andere initiatieven als het vullen van etalages door andere winkeliers in die straat.
Wat vindt de PSR van de leegstand van winkels in het centrum van Vlissingen?
Leegstand van winkels geeft een triest en ongezellig beeld in een winkelgebied. De aantrekkingskracht om te gaan winkelen door onze inwoners en mensen uit de directe omgeving gaat naar beneden. Het gezellig winkelen en tussendoor een kopje koffie of een wijntje staat dus onder druk. Onze gemeente kampt al jaren met winkel leegstand in het centrum en dan vooral de Sint Jacobsstraat en de Walstraat. De sturing vanuit de politiek-gemeenteraad richting oplossingen is beperkt. Ik zal dat in de derde vraag verder beantwoorden. Het is vooral een economisch proces waar marktsturing aan de orde is.
Wat zijn volgens de PSR de belangrijkste twee oorzaken voor dit probleem?
Als eerste het sterk gewijzigde koopgedrag van consumenten. Steeds meer kopen mensen artikelen, en ook een steeds breder pakket, via internet in de zogenaamde web shops. Makkelijk vanuit je stoel of op de bank met je telefoon, i-pad of laptop even snel wat bestellen om het moment dat je het beste uitkomt. Gemak dient de mens 24 uur per dag.
Het tweede punt is de huurprijs van de panden. Projectontwikkelaars vragen nog steeds hoge huren, ook voor panden die leegstaan. Soms lukt het om goede afspraken te maken over een aanvangshuur voor de eerste jaren en dan geleidelijk verhogen naar de eigenlijke huur. Startende ondernemers hebben dan de gelegenheid om een omzet op te bouwen en zo ruimte te krijgen om hun kosten, als de huur, te kunnen betalen.
Een derde punt is het feit dat mensen graag in grote winkelgebieden met heel veel keuze mogelijkheden gaan shoppen. Dan hoor je binnensteden als Breda, Tilburg, Rotterdam en Den Haag.
Wat kan de gemeenteraad doen om deze leegstand tegen te gaan of wat heeft de gemeente al gedaan?
Bekende rollen van de gemeente zijn faciliteren, organiseren, regisseren en stimuleren. Binnen onze gemeente is amper ruimte als het gaat over financieren. Er zijn twee specifieke rollen te benomen, namelijk die van promotor en die van acquisiteur/netwerker.
De promotie van de stad vindt op twee manieren plaats: via citymarketing en via toeristische promotie. Vanuit citymarketing is het van groot belang en ook noodzaak dat Vlissingen op een positieve manier en zelfbewust de goede en mooie kanten van de stad Vlissingen belicht. Dat kan de gemeente echter niet alleen. Daarom werkt de gemeente samen met ondernemers, inwoners en bezoekers om de stad te promoten.
De acquisitierol kan de gemeente warm en koud invullen. Voor de zogenaamde koude, economische acquisitie (is zoeken naar nieuwe bedrijven en inwoners) participeert onze gemeente in de Economische Impuls Zeeland. Deze organisatie brengt onze gemeente onder de aandacht van investeerders. In de periode tot en met 2017 zet Vlissingen meer tijd en energie in op zogenaamde warme acquisitie (is via bestaande relaties en partners nieuwe contacten leggen). Een verdere opbouw en onderhoud van een economisch en toeristisch, extern netwerk wordt als speerpunt opgenomen in de uitvoering. Zo zijn er jaarlijks themasessies met sleutelfiguren om kansen en bedreigingen in beeld te brengen. Verder zijn dan aan de orde: werkbezoeken, structureel overleggen met bedrijfsleven, intensiveren contacten met onderwijs en zorg, deelname aan de jaarlijkse bedrijvenbeurs CONTACTA en het verbinden van groepen ondernemers op basis van thema of activiteit.
Verder moet de gemeente projectontwikkelaars niet steunen bij de bouw buiten de binnenstad. De binnenstad moet compacter, dus kleiner. Ook kan de gemeente meer wonen toestaand in een winkelgebied, en dan specifiek boven de winkels. Zoals al eerder aangegeven is het een economisch proces waarin de gemeente voor de randvoorwaarden moet zorgen. Bijvoorbeeld de aankleding van het gebied, goede verbindingen voor auto en fiets, betaalbaar parkeertarief en evenementen.